Wat u moet weten over bamboe

Bamboe is een echte CO2 slurper. Bamboe neemt met zijn stengels en bladeren een enorme hoeveelheid CO2 en Stikstof (N) op. We zijn bezig om via certificering hiervoor erkenning te krijgen. Bamboe kan dan ingezet worden ter compensatie van de hedendaagse CO2 en stikstof beleid. Bamboes worden vaak gebruikt als rustpunt in de tuin. De planten zijn decoratief met hun variatie aan gekleurde stengels en diverse bladvormen en hebben doorgaans een verticale groeiwijze. Ook het     Aziatische uiterlijk van de planten maken dat bamboes bij veel mensen geliefd zijn. Voor die mensen die bamboe willen gaan toepassen in hun eigen tuin, is het raadzaam om uit te gaan van een doordacht plan. Om teleurstelling te voorkomen is het handig, kennis te hebben van de eigenschap van de  aangekochte bamboe.

Algemeen
Bamboe behoort tot de familie van de grasachtige (Gramineae). Binnen de grassen kennen de meeste mensen het straatjesgras wel: een polvormer die zich doormiddel van zaad vermeerdert. Daarentegen hebben we ook kweekgras. Deze soort kenmerkt zich door zijn enorm lange uitlopers. Deze uitlopers noemen wij rizomen. Bij het doorsteken van het rizoom kan de afgestoken plant op zijn reservevoorraad verder leven en zo een nieuwe plant worden.

Woekerende bamboe
Bij de bamboes heb je precies dezelfde situatie. Je hebt specifieke polvormende bamboes (Fargesia groep) en de woekerende soorten. Deze soorten kenmerken zich door hun lange uitlopers. De soorten kunnen zelfs onder bestrating door kruipen of onder een vijver groeien. ( Pleioblastus, Phyllostachys en Sasa’s). Een doordacht  plan  is dus noodzakelijk als je gebruik wilt maken van de woekerende soorten. Deze zijn vaak wel het meest decoratief, maar groeien ook het sterkst. Dit komt door hun dikke rizomen. Vanuit deze rizomen kan de plant in het voorjaar al direct aan voedsel komen en kan hij uitgroeien naar hoogtes van wel 7 meter. Plant je de woekeraars in goed bemeste grond dan zal het woekeren weer enigszins meevallen. De plant kiest namelijk voor de weg van de minste weerstand. Waarom al die meters rizomen aanleggen als het voedsel nabij is! Als de grond daarentegen schraal is dan gaat hij op zoek naar betere gronden en kan op deze manier meters afleggen. Heb je de ruimte en heb je een groot gazon, dan is het een optie om de woekerende soorten in het gazon toe te passen. Door de wekelijkse maaibeurt worden continu de neuzen van de jonge scheuten afgemaaid en houd je de plant binnen de perken. Een andere oplossing is gebruik te maken van z.g. rizoombegrenzers. Deze hard plastic platen worden verticaal om de bamboe in de grond geplaatst. De wortels kunnen deze barrière niet doorbreken en zullen in het rond gaan groeien tegen de begrenzer. Let op: niet te diep ingraven! Er zijn soorten die met hun rizomen uit de grond komen en over de begrenzer groeien.

Bloeiende bamboe
Zoals gezegd is bamboe familie van de grasachtige. Sommige soorten zijn vegetatief te vermeerderen (kweekgras), anderen moeten eerst bloeien en in zaad komen om als soort te overleven. Het is bekend dat bepaalde soorten zich letterlijk dood bloeien en zaad vormen. Al hun energie zit in het gevormde zaad. De moederplant gaat dood, maar het zaad dient te zorgen voor voldoende nakomelingen. Bloei van bepaalde bamboes treedt cyclisch op, maar is niet te voorspellen. Doordat de genetische eigenschap van de plant wereldwijd identiek is, zal de soort als zodanig uitsterven. Uit zaad opgekweekte bamboes worden geselecteerd en daaruit worden nieuwe selecties gemaakt en op de markt gebracht. De cyclische bloei van bamboe kan voorkomen tussen de 30 en 100 jaar. Van de soort Fargesia murieliae is bekend dat deze soort voor 100% dood gebloeid is. Van andere bloeiende soorten is het goed mogelijk dat na de bloei en zaadvorming de moederplant gewoon blijft leven. Voorbeelden zijn: Pseudosasa japonica, Sasa, Phyllostachys en Pleioblastus-soorten.

Verzorging na aanplant
Bamboes vereisen een niet specifieke grondsoort. Ze doen het eigenlijk overal, maar ze hebben wel hun eigen voorkeur. Zo houden bamboes van een goed doorlaatbare bodem. Te dichte grond is funest voor bamboes. Vooral in nieuwbouwwijken is het van belang dat de harde laag, ontstaan tijdens de bouwwerkzaamheden, goed wordt los gespit. Een slechte waterhuishouding kan voor veel soorten funest zijn. Vaak heeft een en ander met elkaar te maken. Als de grond zurig ruikt of blauw grijs van kleur is, dan is dit een teken dat er te weinig zuurstof in de grond aanwezig is; afsterven van de wortels is dan het gevolg. De bodem is bij voorkeur humeus en voedselrijk, liefst met een zure pH (zuurgraad).   Om te voorkomen dat de grond te snel uitdroogt of “dichtslaat”door regenval, adviseren wij een mulchlaag aan te brengen van bladeren of ander organisch materiaal. Enige bescherming tegen vorst is dan ook gegarandeerd. Omdat de planten in het voorjaar met gigantische scheuten uit de grond komen is veel voedsel nodig. Bij de woekerende soorten zit er nogal wat voedsel in de rizomen, maar dit zal snel aangevuld moeten worden vanuit de grond. Mijn voorkeur gaat uit naar de organische meststoffen. Zo geef je de plant direct voedsel in de vorm van ondermeer stikstof (groei), fosfaat en kali en, omgezet tot humus, ook een goede bodem structuur. Humus  bindt voedingszouten en zal deze gelijkmatig naar behoefte afgeven aan de plant. Met anorganische meststoffen (kunstmest) is dit moeilijker te doceren. Bamboes groeien, afhankelijk van de soort, vanaf april-mei tot in het najaar. Door hun zeer sterke groei is de behoefte aan stikstofhoudende meststoffen in het voorjaar groot. Naarmate het seizoen vordert zullen de nieuw ontwikkelde scheuten zich opmaken voor de winterperiode. Het is dan raadzaam om geen stikstofhoudende meststoffen meer te gebruiken, maar juist magnesium en silicium houdende meststoffen. Lava of basaltmeel is een optie. De bamboesoorten, geschikt voor ons klimaat, hebben een koude periode nodig om te kunnen overleven. Deze bamboes komen hoofdzakelijk van de Chinese hoogvlakten waar de winters ook koud zijn. Dit in tegenstelling tot tropische bamboes. Doordat ze het gehele jaar optimaal kunnen profiteren van voedsel, zonlicht en een goede temperatuur vormen voor deze tropische soorten hoogten van 30 meter geen uitzondering. De meest winterharde bamboes komen goed de winter door. Het kan zijn dat vooral de oudere bladeren gaan verkleuren en dode plekken gaan vertonen. Door verjongingssnoei toe te passen knippen we oude scheuten uit de plant. In het centrum van de plant hopen zich op den duur vaak afgestorven bladeren op. De kans op verstikking      van de scheuten is daardoor aanwezig. Door de plant open te houden is ook in het centrum van de plant voldoende verjonging mogelijk; zo blijft de sierwaarde van plant in stand.

Stengels en bladeren
Bamboes worden ondermeer aangeplant omdat de planten een grote verscheidenheid aan fraai gekleurde en gevormde stengels hebben. Omdat de scheutvorming van de bamboeplanten zijn volledige lengte en dikte bereikt in één groeiseizoen, is veel vocht en voedsel nodig. Door het groeien van de plant krijgt het wortelgestel ook een steeds grotere opslagcapaciteit. Na enkele jaren zie je de scheuten dan ook behoorlijk in dikte en lengte toenemen. In ons klimaat zullen de dikste scheuten een omvang kunnen bereiken van 8 tot 10 cm. Er zijn soorten die bij een goede groei een scheutlengte kunnen halen van 25 cm per dag. Een en ander is naast de eigenschap van de plant ook afhankelijk van de klimatologische omstandigheden. Nadat de bamboescheut zijn uiteindelijke lengte heeft bereikt, zullen zich in de loop van het seizoen de halmen ontvouwen. Deze halmen liggen bij de uitgroei netjes en beschermd in z.g. schutbladeren. Nadat deze bladeren hun functie hebben verricht kan dit blad verdord aan de stengel blijven zitten of afvallen. (Eigenschap van de soort). Uit de halmen ontvouwen zich uiteindelijk de bladeren. Onze taak is, de plant te voorzien van voedingsstoffen. Alleen de groene delen van de plant zijn in staat voedsel te produceren (fotosynthese). De wortels worden voorzien van voldoende suikers om het jaar daarop met nog grotere en steviger stengels verder te groeien. Afhankelijk van het soort blad en stengel, zal de plant opgaand groeien of juist gaan doorhangen. Bamboes zijn wintergroen, maar zullen, naarmate de winter kouder en droger is, meer bladeren laten vallen (ruien). De bamboe ververst op deze manier zijn bladeren en reguleert de vochthuishouding in de winter.

Wortelstokken (rizomen)
Bamboeplanten bestaan voor een groot gedeelte uit wortels, onttrokken aan ons gezichtsveld. Deze wortels worden rizomen genoemd. Ze zijn vaak dik en in elkaar gevlochten tot een dichte kluwen wortels. Ze bevatten veel reservevoedsel, om de spruit in het voorjaar met veel energie uit de grond te kunnen duwen. Dat is niet alles.

Andere functies zijn:
– Verankering van de plant in de bodem
– Uitwisseling van voedingszouten
– Opnemen van water
– Uitbreiding van de plant naar betere gronden.

Binnen de bamboes hebben we 2 verschillende soorten wortels (rizomen).
– Zodevormend (Fargesia groep)
– Kruipend (Phyllostachys, Sasa groep)

De Fargesia groep
De rizomen zijn dikker dan de halmen. De zijknop ondergronds zal uitgroeien tot een eigen rizoom waarbij de eindknop uitgroeit tot een nieuwe halm. Als geheel zitten alle rizomen aan elkaar verbonden. D.m.v. vegetatieve vermeerdering (scheuren), zal een kopie van de moederplant ontstaan.
Phyllostachys en Sasa groep
Bamboes waarvan de wortels dunner zijn dan de halmen. (lopend wortelgestel). Zijknoppen van het rizoom zullen uitgroeien tot nieuwe halmen. Op de knopen van de wortel groeien zijknoppen en wortels. Uiteindelijk zullen op de knopen halmen uitgroeien. Je kunt deze woekerende bamboes vergelijken met kweekgras: op elke knoop zal een zijscheut ontstaan en worden wortels gevormd. In de praktijk kenmerkt deze groep zich doordat de plant “aan de wandel”gaat. Je ziet dan keurig op een rijtje een aantal nieuwe scheuten op zoek naar nieuwe gronden.

Groei van bamboe  
Eerste jaar (bij aankoop)
1. Gebladerte
2. Jonge scheuten

 

 

 

Tweede jaar
1. Oude halmen
2. Scheuten van dit jaar
3. Jonge scheuten

Derde jaar
1. Oude halmen
2. Halmen (2de jaar)
3. Nieuwe halmen
4. Nieuwe scheuten

Vierde jaar
1. Oude halmen
2. Halmen (2de jaar)
3. Halmen (3de jaar)
4. Nieuwe halmen
5. Nieuwe scheuten